Dalen is een vak apart. Niet iedereen kan even goed dalen. Het heeft voor een groot gedeelte te maken met lef. En lef is aangeboren en kun je dus niet leren. Wel kun je door het vaker te doen meer vertrouwen krijgen en zo een betere daler worden.
Maar zorg altijd dat je controle hebt over je snelheid. Daarnaast is een goede houding en techniek belangrijk bij het dalen.
In de beugels
Het is belangrijk dat je je handen in de beugels houdt en dus niet op het stuur. Hierdoor heb je meer controle over je fiets en voorkom je dat je door bijvoorbeeld een hobbel met je handen over het stuur schiet en valt. Daarnaast kun je goed bij de remmen als je je handen onderin de beugels plaatst.
Remmen
Kijk tijdens een afdaling altijd ver vooruit zodat je goed kunt anticiperen op hobbels, kuilen en bochten. Houd daarbij de ellebogen iets gebogen om schokken op te kunnen vangen. Als je remt, doe dit dan met twee remmen tegelijk en rem gedoseerd. Knijp nooit in één keer hard in de remmen. Doet de situatie zich voor dat je hard moet remmen, leun dan iets naar achteren om druk op je achterwiel te houden.
Houd de remmen ook niet steeds een beetje ingeknepen. Wanneer je telkens licht remt, kunnen je velgen oververhit raken en je band klappen. Als je een lang overzichtelijk stuk voor je hebt, laat dan je remmen los zodat de remmen en velgen af kunnen koelen.
Blijven trappen
Probeer zoveel mogelijk mee te blijven trappen tijdens het dalen, eventueel door te freewheelen. Zo blijven je benen warm en het stimuleert de bloedsomloop, wat goed is voor je <herstel>. Verder helpt het in stabiel op de fiets te zitten. Schakel wel een goed groot verzet, want als je meetrapt met een te hoog beenritme kun je gaan slingeren.
Aanbevolen remmen:
