Het goed nemen van bochten is een kunst en heeft vooral te maken met ervaring en zelfvertrouwen. Beide krijg je door vooral veel te oefenen, de praktijk. Maar hoe neem je een bocht? Wat is de theorie?
Om een bocht zo hard mogelijk te kunnen nemen, stuur je hem in vanuit de buitenbocht. Daar vanuit stuur je naar de binnenkant van de bocht en kom je de bocht weer helemaal rechts van de weg uit. Hierdoor maak je de bocht ruimer. Deze techniek (die vaak buiten-binnen-buiten wordt genoemd) kun je uiteraard alleen toepassen als het overige verkeer dit toelaat! Anders zul je je moeten beperken tot je eigen weghelft.
Tips voor het goed nemen van een bocht
1. Voor het ingaan van een bocht zul je moeten bepalen of je af moeten remmen. Als je af moeten remmen, doe dit dan vóór het ingaan van de bocht en niet in de bocht zelf. Door te remmen trek je je fiets namelijk in een recht spoor. Moet je toch remmen in een bocht doe dit dan met je voor- en achterrem even veel.
2. Bij het insturen van de bocht houd je je handen in de beugels van je stuur. Hierdoor blijft het zwaartepunt van je lichaam laag en is het makkelijker om je fiets in balans te houden. Hou verder het pedaal in de binnenbocht omhoog. Zo voorkom je dat het pedaal de grond raakt, maar ook kun je dan met je buitenste been druk uitoefenen op het andere, buitenste pedaal. Hiermee verhoog je de stabiliteit.
Aanbevolen remmen:
3. Verder is het belangrijk om de bocht door te kijken naar het punt waar je toe wilt. Je stuurt namelijk “automatisch” naar het punt waar je naar toe kijkt. Oefen het maar eens.
