Je rusthartslag is het aantal keer dat je hart per minuut slaat als je in rust bent. En met ‘in rust’ bedoelen we ook echt in rust. Dus niet als je net een minuutje op de bank zit nadat je het hele huis hebt gestofzuigd, maar met in rust bedoelen we als je al een tijdje zit of ligt. Je moet helemaal ontspannen zijn als je je rusthartslag gaat meten.
Waarom je rusthartslag meten?
Maar waarom zou je je rusthartslag willen weten? Omdat het heel veel zegt over het peil van jouw conditie. Een hogere rusthartslag kan betekenen dat je nog niet hersteld bent van een training of dat je ziek wordt/bent.
Hoe meet je je rusthartslag?
Het beste is om deze te meten net nadat je wakker wordt. Als je wakker wordt, blijf je even rustig liggen en wacht je totdat je digitale wekker verspringt naar een nieuwe minuut. Zodra dat gebeurt, begin je gelijk je hartslagen te tellen door een vinger op je pols te houden. Tel totdat de minuut verstreken is en je weet jouw rusthartslag. Uiteraard kun je ook de stopwatch op je telefoon gebruiken om precies een minuut je hartslagen te tellen.
Rusthartslag in de loop van het wielerseizoen
Meet je rusthartslag regelmatig en schrijf deze op. Dan zul je zien dat je rusthartslag licht daalt naarmate je meer getraind bent. Dat komt omdat door training je hart groeit en efficiënter gaat werken. Het hart pompt harder en hoeft dus minder vaak de slaan.
Meet je rusthartslag wel altijd op hetzelfde tijdstip. Deze is namelijk niet over ieder moment van de dag hetzelfde. Zo is er bij veel mensen een verschil tussen het aantal slagen ’s ochtends en ’s avonds. Probeer het maar eens uit.
Verklein de kans op overtraining
Door je rusthartslag regelmatig te meten, weet je ook op je overtraind raakt of niet. Als je rusthartslag al een paar dagen 10 of meer slagen hoger is dan normaal, ben je niet voldoende hersteld van je fietstrainingen moet je rust nemen. Het kan ook betekenen dat je iets onder de leden hebt. Dat is natuurlijk ook een goede reden om het even rustig aan te doen.